In de rechterkant van de hersenen ligt het waarnemingsvermogen dat noodzakelijk is om te tekenen. Mensen die denken niet te kunnen tekenen, tekenen met het ‘verkeerde’ deel van hun hersenen. Betty Edwards, een Amerikaanse kunstenaar, ontdekte na jarenlang onderzoek dat het de vermogens van de rechterkant van de hersenen zijn die het mogelijke maakt voor mensen om goed naar de waarneming te kunnen tekenen.

Kijk eens naar de afbeelding met woorden en kleuren en noem de kleuren (NIET de woorden!) De eerste zin is makkelijk, omdat de woorden en kleuren met elkaar overeenkomen. Als dit verandert – als de kleuren ANDERS zijn dan het woord – raak je in de war. Jouw rechterkant van de hersenen wil bij het volgende woord ‘blauw’ (de kleur) zeggen en je linker hersenhelft wil het woord zeggen: ‘red’. Dit laat al zien, dat jouw beide hersenhelften een eigen agenda hebben.
Bekijk ook dit Youtubefilmpje hierover.
Functies van het linker -en rechterbrein
LINKERBREIN
Rationeel
Rekenen
Taal
Logisch denken
Controle
Logisch
Analytisch
Orde en patronen
Stap voor stap
Spraak
Tijdsbesef
Gericht op detail
Feitelijk
RECHTERBREIN
Gevoel
Fantasie
Non-verbaal
Creatief denken
Legt verbanden
Intuïtief
Avontuurlijk
Beelden zien
Simultaan
Ruimtelijk waarnemen
Kent geen tijd
Ziet het grote geheel
Geloven

Symbolen
Ons linkerbrein is verantwoordellijk voor het feit dat we kunnen lezen, schrijven, logische redeneren, rekenenen, klokkijken en wat je nog meer in het rijtje van het linkerbrein vindt. Als je alles eens goed bekijkt, zul je tot de ontdekking komen, dat het linkerbrein vooral gespecialiseerd is in symbolen. Want wat is taal? Taal is niet anders dan een afspraak die we met elkaar hebben gemaakt over wat bepaalde tekentjes (symbolen) betekenen. Rekenen hetzelfde. Tijd idem dito. Kortom, het linkerbrein is de opslagplaats voor alle symbolen die we gebruiken.
Ook de tekensymbolen.
Wat zijn tekenssymbolen?
Als klein kind pakken we een potlood en beginnen we met tekenen. Het stelt nog niets voor. Dan gebeurt er iets bijzonders. Elk kind doet al heel jong een eigen artistieke ontdekking, namelijk dat het datgene wat het ziet kan weergeven in een symbool. Opeens worden dan de strepen en rondjes die zij zet ‘mama’ of ‘papa’ of ‘de hond.’ Het kind heeft ontdekt, dat het de wereld om zich heen in een symbool kan weergeven. Zo ontstaan de eerste tekensymbolen.

Als je deze kindertekeningen bekijkt, zie je dat de ‘handjes’ geen echte handen zijn, maar een symbool voor hand. Hetzelfde geldt voor de ogen, de monden, de haren. de vlinders en het huis. Het kind gebruikt in haar tekeningen ’tekensymbolen.’

Ons linkerbrein is ons ‘symbolen’- brein
De puberteit
In de puberteit vinden er grote veranderingen plaats in de hersenen. Ook wat betreft de functies van het linker – en het rechterbrein. Alles wat bij een volwassene defintief in het linkerbrein hoort, gaat rond die tijd naar dit deel van de hersenen. Men noemt dit ‘lateralisatie’: alles wat uiteindelijk in het linkerbrein hoort, gaat nu naar dit deel van de hersenen. Hetzelfde geldt voor het rechterbrein. Dit is het moment waarop ook de ’tekensymbolen’ in het linkerbrein terecht komen. Tesamen met alle andere symbolen zoals taal, rekenen, redeneren, tijd enzovoort.
Vanaf dat moment is het voor iemand moeilijker om goed naar de waarneming te kunnen tekenen. Waarom? Omdat als iemand iets wil tekenen er vaak een woord komt: ‘Ik wil een boom tekenen’ of ‘een huis.’ En hoeps daar komt het linkerbrein gelijk aan het het tekensymbool dat het daarvoor beschikbaar heeft. Het tekensymbool dat tijdens de kinderjaren is ontwikkeld. De tekening zal niet lijken en men raakt ontmoedigd. Want ja, deze tekensymbolen hebben vaak weinig van doen met de werkelijkheid. Ze zijn kinderlijk (logsich, want ze zijn tijdens de kinderjaren ontwikkeld) én karikaturaal. En wat mensen dan zeggen is: ‘Ik kan niet tekenen!’ En stoppen met tekenen.
De oplossing
Om los te kunnen komen van de ’tirannie’ van het linkerbrein met alle (teken)symbolen helpt het om dit deel van jouw hersenen ‘in ruststand’ te zetten. In ons dagelijkse leven is het linkerbrein vaak dominant, d.w.z. het is bijna voortdurend actief. Hierdoor is het moeilijk om te tekenen wat je écht ziet. Immers, voor je het weet, komt het linkerbrein met een ’tekensymbool’ op de proppen. Dan kun je nog heel moeilijk zien wat er echt te zien is. Je denkt dan: ‘Ik kan niet tekenen!‘, maar dat is niet waar. Je kunt heel goed tekenen als je maar weet hoe je goed kunt waarnemen. En het linkerbrein kan nu eenmaal niet zo waarnemen als nodig is om te kunnen tekenen!
Tekenen (met het rechterbrein) kun je leren
Alle oefeningen in het boek Tekenen (met het rechterbrein) kun je leren zijn erop gericht jouw linkerbrein ‘in ruststand’ te zetten. Door dit te doen, geef je het rechterbrein de ruimte om te kunnen waarnemen en tekenen. Als dit gebeurt, zul je merken dat je opeens veel gemakkelijker kunt tekenen wat je ziet en dat je vermogen om te kunnen tekenen met sprongen vooruit gaat. Je zult steeds meer plezier krijgen in tekenen.