Rinke Fierinck

Rinke Fiernick

Meer over mij!

Ik, rinke fierinck, doe mee met het panel Tekenen (met het rechterbrein) kun je leren, omdat ik nieuwsgierig ben in welke mate ik de kennis die ik hier opdoe kan inzetten in de praktijk van een dbkv-er (docent beeldende kunst en vormgeving).

Rinke in drie kernwoorden:

Denkt met handen

Ik weet dat -zoals geldt voor de meeste mensen met een creatieve achtergrond- mijn rechterhersenhelft ‘dominant’ is, maar ben nieuwsgierig welke nieuwe kennis ik hierover kan opdoen via een discipline die ik niet goed beheers, namelijk het tekenen. Daarbij ga ik de komende maanden voor mijn stage diverse finals interviewen rondom het thema ‘lichaam’. Een voor mij belangrijke insteek van mijn docentschap draait om een weten vanuit je kern, kennis die je niet op school aangereikt krijgt. Sta je jezelf daarbij bovendien toe om ongemak, niet weten toe te laten, dan kan je als mens groeien.

Over mijzelf:

rinke – vriendin – vrouw – moeder – kunstenaar – dochter – student – maker – dromer – denker – bouwer – verbinder

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 1

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 2

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 3

“Het voelt alsof ik aan het smokkelen ben bij het steeds 1 tel op het papier kijken om te bepalen waar ik verder ga. Ook heb ik het idee dat ik niet meer zo bezig ben met in gedachten de lijn voor te tekenen voordat ik hem daadwerkelijk op papier zet. het voelt natuurlijk en vanzelfsprekend om meer schetsend te werken.”

Marianne geeft raad:
“Je hebt een aantal prachtige tekeningen (!) gemaakt en wat ik zie, is een groot potentieel. Wat ik ook zie, is dat je te snel bent gegaan. Dit wil zeggen :je hebt de fase waarin je nu zit – zo meen ik in ieder geval af te kunnen lezen aan de tekening- min/meer(?) overgeslagen.

Ik bedoel hier het volgende mee:
Je hebt 2 dingen:
het blindelings contourtekenen. Dit is de kern van het leren waarnemen. Het principe is; Je gaat met je ogen langs de lijnen – millimeter voor millimeter- terwijl je tekent wat je op dat moment ziet, Zonder dat je tijdens het tekenen op het tekenpapier kijkt. Dat is wat ANDERS dan wat jij lijkt te doen, Zoals je het hier beschrijft: ‘ook heb ik het idee dat ik niet meer zo bezig ben met in gedachten de lijn voor te tekenen voordat ik hem daadwerkelijk op papier zet’

Daarna krijg je de volgende oefening: het blindelings contourtekenen volgens Nicolaides. Dan blijf je zo tekenen als ik zojuist heb beschreven:je BLIJFT blindelings contourtekenen! Het hele, hele trage tempo, ogen en potlood gaan in eenzelfde tempo, tijdens het tekenen NIET op het papier kijken. Als jij gaat schetsen, ben je eigenlijk met iets anders bezig. Misschien ga je weer terug naar wat je altijd al deed. Dat kan lastig zijn voor mensen die al redelijk veel hebben getekend: om alles te vergeten wat ze tot nu toe deden. ”

TEKENINGEN HOOFDSTUK 3

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 4

“Jouw tekenmethode, deze summerschool, mijn opgebouwde ‘agenda’ afgelopen schooljaar én de richting die ik op wil aankomende twee jaar, passen op één of andere wijze heel goed bij elkaar.

TEKENINGEN HOOFDSTUK 4

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 5

“Ik ben verbaasd over de rijkdom aan lijnen in mijn hand én ik herken het ook echt als mijn eigen hand. Het is een leuk hoofdstuk om te lezen en ik krijg meteen zin om de oefening te gaan doen. Het hoofdstuk geeft goede informatie en de afbeeldingen maken alles nog duidelijker. ”

TEKENINGEN HOOFDSTUK 5

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 6

“Het werkt als een vergrootglas; je wist ervan af, maar door er zo specifiek mee bezig te zijn, vergroot je de aandacht en het verknippen en herschikken van de negatieve vormen stimuleert het fysieke spelen, wat anders toch meer een gedachte-oefening blijft.

Ik hou van die tekeningen waar humor in zit, dat spreekt aan want relevant en houdt je aandacht er goed bij.”

TEKENINGEN HOOFDSTUK 6

TEKENINGEN HOOFDSTUK 7

“Die millimeters voelen die je met het potlood aflegt, helpt echt enorm goed in het durven vertrouwen op wat je hand doet zonder dat je dat hoeft te checken.

De negatieve ruimte helpt je om de juiste verhoudingen van het vlak te krijgen. Ze maken het bovendien laagdrempeliger om gewoon stap voor stap van links naar rechts iedere volgende negatieve ruimte te gaan tekenen.”

TEKENINGEN HOOFDSTUK 7

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 8

“De opbouw van eerst de stoel knippen, daarna de fietser tekenen is heel behulpzaam bij het accepteren en overgeven aan de rechterhelft bij het tekenen van zoiets abstracts als de stoel toch is. Ik vond het fijn dat je die verbinding en logica van de stappen nog eens toelichtte in de video.

De opbouw van de lessen maakt het mogelijke, dat ik inderdaad de stoel voor het grootste gedeelte alleen maar vanuit de lijnen van de negatieve ruimten heb getekend.

Door de negatieve ruimten van een voorwerp te tekenen, kan/heb/ben ik een stukje zelfverzekerder aan het worden over het goed weergeven van de verhoudingen.”

TEKENING HOOFDSTUK 8

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 9 en 10

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 12

“Het belangrijkste wat ik in dit hoofdstuk heb geleerd is nog weer meer vertrouwen op het blind tekenen van wat ik zie. De combinatie van langzaam tekenen, meten met het potlood en het tekenen van negatieve ruimten vult elkaar daarbij steeds aan als je toch op een moment twijfelt of je het goed tekent.

na het tekenen van de eerste lijnen van het kastje met controle van de hoeken met de zwei en het potlood voor de lengtes, was het heerlijk om een negatieve ruimte te tekenen en zo te zien dat de tekening in heel logische en dus behapbare delen uiteenvalt.

Ik vond het zo verrassend te merken dat ik het geduld kon blijven opbrengen om zo gedetailleerd een kamer te tekenen.”

TEKENING HOOFDSTUK 12

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 13

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 15

“Nu ik dit portret en profil op deze manier (zonder taal) heb getekend ben/voel/denk ik dat zelfs het tekenen van portretten tot de mogelijkheden gaat behoren waarbij ik me op m’n gemak voel. Het automatiseren van alle geleerde vaardigheden maakt dat het ‘denken’ in ruimtes, verhoudingen, lijnen en negatieve ruimtes steeds vanzelfsprekender wordt. De drempel dus steeds kleiner.”

Tekeningen Hoofdstuk 15

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 16