Het ‘traag’ gaan, is een besluit dat je neemt voordat je begint zeg je tegen jezelf ‘ik ga heel traag, millimeter voor millimeter tekenen.’ Het is ons linkerbrein wat snel wil. Daar mogen we heel dankbaar voor zijn, dat ze dat kan én wil (als er een leeuw op ons afkomt ). Voor tekenen hebben we een andere modus nodig; het rechterbrein. Soms helpt het om dit vriendelijk aan je linkerbrein uit te leggen. Voor dit moment BCT heb ik je niet nodig, straks wel, maar nu even niet. ‘Ik ben iets nieuws aan het leren – laat me even met rust. Straks mag je weer mee doen.’ (om te checken of iets klopt- want daar is ze goed in.) Wat betreft de tijd; het gaat erom, dat je dagelijks 10 BCT oefent. Door dit dagelijks (100 dagen) te oefenen, ontwikkelen jouw waarnemingssynapsen in jouw hersenen zicht en kun je op den duur snel tekenen en toch zo blijven kijken (waarnemen) als bij het BCT. Hoe je het doet, is daarom minder belangrijk. Je kunt als je binnen de 10 minuten klaar bent, iets anders pakken – ook goed- , maar wat ik eerder zou doen, is het onderwerp gewoon opnieuw doen totdat de 10 minuten voorbij zijn. Vraag je wel even af of als je zo snel klaar bent je niet te snel gaat. Desnoods iemand in je omgeving een keer vragen: ga ik wel millimeter voor millimeter?