Marlies Nillesen

Marlies Nillesen

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 1

Het boek zit duidelijk in elkaar en ook waarom je deze hoofdstukindeling hebt gemaakt. De kleurvlakken laten duidelijk zien wat informatie is, wat opdrachten en wat vragen/reflectiemogelijkheden. Erg goed!

TEKENINGEN HOOFDSTUK 1

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 2

De belangrijkste boodschap is dat tekenen gaat om kijken. Als je goed kijkt, kun je dat ook overbrengen op het papier. Het gaat om het trainen van het brein in het op het papier brengen van datgene wat je écht ziet (om echt te kijken) en niet te tekenen wat je denkt dat je ziet.

TEKENINGEN HOOFDSTUK 2

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 3

Ik vond het best moeilijk om het eindresultaat helemaal los te laten. Door elke keer een tel te kijken werd ik er toch mee geconfronteerd dat het niet klopte wat ik aan het tekenen was. Lijnen waarvan ik dacht dat ik ze zette, bleken op het papier toch langer of meer gebogen. Dat zie je dan in één tel en je kunt niks corrigeren. Frustratie!. Bij het compleet blindtekenen had ik deze verleiding niet, daarbij weet ik dat ik weinig controle heb over het eindresultaat en dat ik er niks aan kan veranderen. Bij deze blindtekeningen heb ik toch enigszins controle en denkt mijn brein dat ik er dus dingen aan kan veranderen en corrigeren en dan gaat het eindresultaat toch een klein beetje uitmaken. Ik had wel in mijn hoofd dat het gaat om de waarneming en niet om wat ik teken, plus ik wilde graag zien hoe het eindresultaat zou worden zonder al te veel inmengingen van mijn perfectionisme, dat hield me op de been. En wat een fantastische tekeningen zijn het geworden. Heel puur en speels.

Doordat ik het gevoel had meer te willen corrigeren, had ik de neiging om meer te kijken dan mocht, maar ik heb de verleiding zo goed als mogelijk weerstaan.

TEKENINGEN HOOFDSTUK 3

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 4

TEKENINGEN HOOFDSTUK 4

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 5

” Ik heb geleerd hoe ik bepaalde technieken van het blind tekenen en het ondersteboven tekenen kan inzetten om de werkelijkheid na te tekenen.

Het meest opmerkelijke van de tekeningen (als je klaar zijn) is natuurlijk het levendige en de diepte er in. Het is best magisch dat je van een lelijk overtreksel van een 3D ding zo’n goede 2D vertaling kan maken met wat schaduwen.

Het was een best complexe opdracht met veel componenten, daardoor was het even puzzelen, maar uiteindelijk snapte ik het wel. Ik heb overwogen de instructievideo te bekijken, maar dat was niet meer nodig.

Het opnieuw plaatsen van je hand achter de lijnen van de zoeker was moeilijk. Je krijgt je hand (vooral als je iets vasthebt) en je oogpunt nooit hélemaal in dezelfde houding. En als het wel lukt, dan zit alles na een lijntje gummen weer verkeerd haha. De lijnen van je hand en met name ook de schaduwen kwamen dan niet helemaal overeen met de contouren die je getekend hebt. Wat teken je dan? De getekende contouren of de hand?”

TEKENINGEN HOOFDSTUK 5

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 6

“De negatieve ruimten leren zien en tekenen is een belangrijke deelvaardigheid van het leren tekenen, omdat deze ruimten net zo goed onderdeel zijn van je tekening. Bovendien helpen ze in het vormen van de positieve ruimte. Daarnaast helpt het zien en erkennen van de negatieve vormen in het oefenen van het zien van naamloze vormen in plaats van dingen.

De opmerking ‘moeilijk is niet meer’ klopt enorm. Ik merk dat ik door dit boek te volgen veel meer zelfvertrouwen heb gekregen in mijn tekenen. Ik denk bij veel minder ‘poeh, dat is moeilijk’, de drempel is lager.”

TEKENINGEN HOOFDSTUK 6

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 7

“ik vond het wel moeilijk om het blind tekenen er ook in te houden. Vooral bij de gebogen lijnen keek ik toch veel naar mijn papier.

De duidelijkste en simpelste vormen in deze afbeelding zijn namelijk de negatieve ruimtes. Die vormen zijn in de meerderheid en hebben simpele, korte lijnen die je snel en makkelijk aan elkaar kunt verbinden en dus snel en makkelijk op papier kunt zetten zonder dat je er veel over hoeft na te denken. Het is immers ‘niks’, dus er is ook niks te fantaseren. De fietser is één grote complexe vorm. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?

Ik denk dat het tekenen van de negatieve vormen je ook helpt in het bepalen welke vorm waar zit in het geheel. Je ziet meer het geheel van de tekening in plaats van het onderwerp, waardoor je je meer bewust bent van de hele compositie en de verhoudingen tussen de vormen en het verhaal wat de hele tekening verteld. Als je dit overzicht hebt, dan snap je beter hoe vormen met elkaar de relatie aan gaan en kun je ze inzichtelijker tekenen.”

TEKENINGEN HOOFDSTUK 7

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 8

“Het wordt steeds een stapje moeilijker. Dit gaat niet te snel en voor een beginner ook niet te langzaam.

ik bedacht me net dat de zoeker een variant is op hoe kunstenaars soms hun duimen en wijsvingers in een bepaalde hoek houden om een kader te zoeken voor een werk. Dat is echt zo’n stereotype kunstenaarsdingetje, wat er heel fancy, slim en kunstzinnig uitziet, maar waar heel veel mensen niet weten waarom ze dat doen.”

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 10

“Het wordt steeds een stapje moeilijker. Dit gaat niet te snel en voor een beginner ook niet te langzaam.

ik bedacht me net dat de zoeker een variant is op hoe kunstenaars soms hun duimen en wijsvingers in een bepaalde hoek houden om een kader te zoeken voor een werk. Dat is echt zo’n stereotype kunstenaarsdingetje, wat er heel fancy, slim en kunstzinnig uitziet, maar waar heel veel mensen niet weten waarom ze dat doen.”

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 11

” Prima opdracht en goed uitgelegd. Ik ben wel benieuwd wanneer we de zwei gaan gebruiken.”

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 12

“Het belangrijkste wat ik in dit hoofdstuk heb geleerd is wanneer je welke techniek gebruikt. Wanneer is het handig om te viseren? Wanneer is het handig om de negatieve ruimte te tekenen? Wanneer beide?

Het voordeel om via deze methode te leren tekenen, is dat je tekent wat je ziet in plaats van wat je denkt. Je legt de focus op hoe de dingen er in de werkelijkheid uitzien in plaats van hoe dingen in je hoofd zouden kloppen/logisch zouden zijn/zouden moeten zijn. ”

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 13

“Ik was in staat om de taal los te laten en alleen te denken in randen, ruimten en verhoudingen bij alle voorwerpen behalve bij de rol tape. Er zitten meerdere ronde vormen in die elkaar doorkruisen en die moet je uit elkaar zien te halen. Daarnaast waren de negatieve vormen ook positieve vormen. Dat was een leuke uitdaging voor mijn brein.”

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 14

” Zonder taal tekenen was niet anders dan bij de andere opdrachten. Ik denk niet dat het onderwerp (wat je tekent) veel uitmaakt als je alleen let op lijnen en vlakken. De hulplijnen om negatieve ruimtes te tekenen is echt een supertip! ”

AAN DE SLAG MET HOOFDSTUK 16

“Dit ging veel makkelijker dan ik verwacht had. Normaal gesproken zou ik de kop anatomisch opbouwen en dat gaat eigenlijk vrijwel altijd vaak mis en duurt lang. Dit ging veel beter.

Ik ben veel meer bezig met het tekenen van de vormen en lijnen dan met anatomie. Het is veel minder krampachtig tekenen op deze manier.

Het is heel magisch als er vanuit random lijnen die je ogenschijnlijk in de leegte neerzet (en waarvan je maar hoopt dat je de beginlijn maar op het goede punt hebt neergezet, want anders klopt daarna je hele tekening niet meer) uiteindelijk blijken te kloppen en er een gezicht ontstaat.

Fijn dat alle stappen van het vorige hoofdstuk herhaalt worden!”